Waarom ik impact zoek

Ik weet al een tijdje niet meer zo goed wat er aan de hand is. Wil ik bloggen? Ik heb wel vaker last van gehad van die vraag, maar de laatste tijd vraag ik het me echt steeds meer af: wil ik bloggen? Heb ik er wat aan? Heeft een ander er wat aan? Is er wel een ander? Ik bedoel: de bezoekersaantallen van dit blog zijn ook niet echt om over naar huis te schrijven.

Misschien is het arrogant, maar ik heb nog steeds het idee dat ik soms iets te vertellen heb waar anderen wat aan kunnen hebben, waar de wereld een beetje beter of mooier van kan worden. Wat ik schrijf heeft namelijk praktisch altijd te maken met iets wat ik leerde. Dingen waarvan ik het idee heb dat anderen er ook wat aan kunnen hebben, juist omdat ik zelf ervaren heb hoe lastig het soms is zonder die ander kennis.

Neem nou de manier waarop tegenwoordig omga met mijn bipolaire stoornis. Dat helpt mij enorm en misschien kan het anderen ook helpen. Daarom moest ik dat wel publiceren. Juist omdat het mij zo goed helpt én omdat ik het inmiddels in vijftien boeken over bipolaire stoornissen níét heb kunnen vinden.

Dat zou kunnen betekenen dat ik het zelf heb bedacht, al denk ik meer dat ik juist wat dingen van anderen geleerd heb die ik heb gecombineerd tot iets nieuws. Hoe het ook in elkaar steekt, maakt wat mij betreft niet zo veel uit. Ik wilde mijn kennis laten controleren via het expertpanel van PsychoseNet.nl en creëerde zo de kans het artikel ‘Ik kreeg meer controle over mijn bipolaire stoornis – signaleringsplan‘ te schrijven op hun site. Voor mijn gevoel was dat op dat moment de beste manier waarop ik lotgenoten kon helpen.

Vrij naar de Beatles zou je namelijk kunnen zeggen dat ik twice the man I used to be ben. Zo voel ik dat althans soms, zeker als mezelf vergelijk met depressieve periodes na een manie. Dat is geen lolletje en juist daarom zoek ik impact voor wat ik schrijf. En kan het hier wat rustiger zijn.

~~~

Afbeelding van Eak K. via Pixabay

De controle die ik anderen ook gun

Voordat ik mijn boek schreef over hoe ik omga met mijn bipolaire stoornis, had ik nooit iets gelezen over dat onderwerp. Achteraf is dat wel jammer want ik had er het nodige uit kunnen leren. Me misschien kritischer op hebben kunnen stellen ten opzichte van de keuzes die mijn behandelaars maakten. Lange tijd was ik helemaal niet met het onderwerp bezig omdat ik dacht dat het wel goed zou komen zo lang ik maar braaf mijn medicijnen slikte. En het ging ook lang goed. Tot het toch weer fout ging en we totaal niet begrepen hoe dat kwam.

En hoewel ‘de ggz’ samen met mij een serieuze poging deed om helderheid te krijgen lukte dat niet. Zelf had ik echter zo mijn eigen ideeën en gelukkig lukte het daarmee wel om meer controle te krijgen over mijn stoornis. Het lukt me tegenwoordig door medicijnen en door simpelweg elke dag vier vragen te stellen. En ik heb een methode waarmee ik die vier vragen heb gevonden.

Toen ik die ontdekkingen gedaan had had en mijn boek geschreven, begon ik wel belangstelling te krijgen voor de boeken die al geschreven waren. Als schrijver was ik toch benieuwd of dat wat ik had bedacht al eerder was bedacht. Dus ben ik gaan lezen over bipolaire stoornissen. Een stuk of vijftien boeken en sites. Machtig interessant. Je zou bijna denken dat aan mij een goed psycholoog verloren is gegaan.

Op de goede weg

En ik heb er van alles van opgestoken. Vooral ook dat ik op de goede weg ben zoals ik bezig ben. Wat ik echt zocht, kon ik echter niet vinden: ‘mijn’ methode. Ik heb het maar even tussen aanhalingstekens gezet, want in mijn stoutste dromen wordt het straks een methode voor iedereen. Want zoals het bij helpt, kan het misschien ook wel anderen helpen. Als ik het kan, waarom anderen dan niet?

Uit al die boeken kreeg ik de ik indruk dat er eigenlijk maar weinig methodes zijn waarmee je dagelijks je vinger aan de pols houdt van je bipolaire stoornis. Ja, er is de life-chart (de link geeft een voorbeeld van hoe een life-chart eruit ziet.) Ik gaf in mijn boek al aan dat het zonde was dat mijn behandelaars mij daar nooit serieus kennis hebben laten maken. Veel meer gebaseerd op dagelijkse gewoontes heb ik niet gevonden, of het nut wordt wetenschappelijk betwist.

En om er eens een metafoor in te gooien: bij het verduurzamen van huizen wordt toch ook niet alleen aan maar spouwmuurisolatie gedaan omdat er niet meer smaken zouden zijn. Gelukkig zijn die er wel omdat er in de loop der jaren steeds meer vernieuwingen zijn bedacht.

Ik krijg inmiddels de indruk dat veel mensen binnen de ggz ook enorm geïnteresseerd zijn in vernieuwingen, dus ik ben benieuwd waartoe dat gaat leiden.

~~~

Afbeelding van Enrique via Pixabay

Het experiment is begonnen

Niet dat ik het nu elke dag ga hebben over het experiment rond hoe ik me voel en het al dan niet in staat zijn om alle cellen groen te kleuren, maar misschien wil ik er wel eens in de week op terugkijken en verslag van doen. Dat weet ik nog niet. Ik heb niet de indruk dat mijn gevoel iets met vinkjes te maken heeft, maar dat het wel te maken kan hebben met hoe ik mij voel rond mijn handicap, hersenbeschadiging, gehoor of bipolaire stoornis. Al zorgt dat laatste gelukkig voor steeds minder problemen. Meer daarover morgen. Wat ik denk dat me parten speelt, zijn deels ingesleten patronen zijn, gewoontes. Maar die kan ik dus doorbreken: eigenlijk begon daarmee de victorie op mijn bipolaire stoornis. Met het zichtbaar maken en vervolgens doorbreken van patronen.

De patronen die ik deze maand wil onderzoeken, zijn patronen die te maken hebben met zingeving. Je hebt vast wel ooit van de 5 times why techniek gehoord, bedacht door een zekere Toyoda, de oprichter van het Toyotacorcern. Ik heb het idee dat ik een diepere waarom heb, maar dat is een langetermijnproject waar ik al veel over heb geblogd en zal blijven schrijven. En ik hoop dat mijn boek ook nog ooit zal verschijnen. Dan weet je waar ik het over heb, mocht je daar nog aan twijfelen.

Mañana

Het grote probleem met dat onderwerp en met veel van de dingen op mijn gewoontelijstje is dat die dingen wel belangrijk zijn, maar niet urgent. Met andere woorden: lukt het vandaag niet, dan maar morgen. En morgen herhaalt dat patroon zich weer. De vraag is dus hoe ik de dingen uit mijn gewoontelijstje urgenter kan krijgen. Een optie die ik tegenkwam in Diep werk van Cal Newport is het ’s morgens op papier uitschrijven van je dagagenda en je daar dan ook aan te houden, en je agenda blijven aanpassen als er iets tussenkomt. En vaak staat er wel iets op de agenda wat urgent is maar voor mijn gevoel totaal niet belangrijk. Dan krijg ik het gevoel dat ik mijn tijd zit te verspillen en dat sijpelt dan toch door naar dingen die ik wel belangrijk vind. En daardoor voel ik me dan weer schuldig over voel.

Gelukkig staan er de komende tijd vooral dingen op de agenda die ik zelf belangrijk vind. En die agenda is wel iets wat me aanspreekt, ik had het gisteravond al uit willen proberen, maar ja, hoe worden die ideeën urgent? Ik zou alleen wel af willen wijken van het idee om het ’s morgens te maken, die planning. Ik doe het liever ’s avonds omdat je hersenen ’s nachts ongemerkt aan de slag gaan met die dingen waar je ’s avonds mee bezig bent geweest. Dat las ik althans in A mind for numbers van Barbara Oakley. Dus ik ga dadelijk een planning voor morgen maken en ga ook alvast nadenken hoe ik die planning dan wél urgent kan laten zijn. Ik ga het in geval vanavond uitproberen.

~~~

Afbeelding van DBU DirektesSehen via Pixabay